De-medicaliseren is dom

gogh-boer

 

De-medicaliseren

Op een politieke bijeenkomst hoorde ik weer eens het rare argument dat het beroep op de Jeugdzorg te groot is geworden omdat er teveel kinderen een pilletje tegen ADHD krijgen. Politici denken dan dat het vaak ook aan de ouders ligt en dat dit pilletje eigenlijk niet nodig is. Daarom moet er minder gemedicaliseerd worden en meer opgevoed. Is dit wel zo? Volgens mij moeten we dit omdraaien .

Dit is best wel een ongenuanceerde en nare opmerking als je als ouder je betere best doet om het beste uit je kind te krijgen en dit pilletje substantieel bijdraagt aan het welzijn en vaardigheden van je kind. Dit argument wordt in veel stukken over de decentralisatie aangehaald. Politici gaan er vanzelf in geloven dat het een belangrijk statement is, omdat het steeds maar weer in de nota’s aangehaald wordt.

Mijn advies is gebruik dit argument niet als je het niet helemaal uit kan leggen of niet snel in de juiste context kan plaatsen. De context is o.a. dat jeugdbeleid een thema is waarmee betere resultaten behaald  worden met preventieve opvoedingsondersteuning. Dit is juist, maar medicatie wordt door artsen voorgeschreven en niet door de politici.

Ik schrijf dit blog niet alleen als ouder van een pillenslikkend kind maar ook als beleidsadviseur in de Zorg en Welzijnsector.

Integraal advies loont

Mijn visie is dat de medische sector snel en integraal betrokken moeten worden bij het stellen van een diagnose.  Indien kinderen een stoornis hebben is het belangrijk te weten om welke stoornis het gaat en hoe men er mee om moet gaan. ADHD en maar ook bijvoorbeeld autisme hebben vele verschijningsvormen en leggen een grote druk op het gezin en de omgeving. Er is veel onbekendheid nog ook onder zorggeneralisten, bij de leraren op school, en bij de mantelzorgers. Je kan de mantelzorgers, i.c.  de ouders, het niet alleen laten uitzoeken onder het motto de eigen kracht of de participatie.  Autisme en ADHD zijn te ingewikkeld en te complex om iedereen het maar zelf uit te laten zoeken. Het koste mij bijvoorbeeld een paar jaar om van gewone jonge ouder tot “permanent pedagoog” opgeleid te worden. En dit gebeurt pas als je als ouder bewust raakt van de noodzaak en dat het niet vanzelf goed komt.

Snelle en integrale (medische) diagnose is preventie in de toekomst

We moeten de argumentatie dus omdraaien. Een integrale sociaal maatschappelijke probleemanalyse en zonodig een medische diagnose (dit is niet hetzelfde als een indicatie met recht op zorg) en wel zo snel mogelijk, zodat er in de toekomst de voorwaarden kunnen worden geschapen voor een zo probleemloos mogelijk leven!

Preventie Jeugdzorg

De decentralisatie gaat ervan uit dat er pas een recht op zorg ontstaat als daar noodzaak toe is. Hierbij is preventie ook belangrijk ivm voorkomen van kosten. In het geval van een goede medische en sociaal-maatschappelijke diagnose  kunnen veel grotere problemen voorkomen worden.

Met name bij chronische stoornissen zullen de medisch gerelateerde problemen niet vanzelf weg gaan. Er kunnen nieuwe uitdagingen ontstaan gedurende in elke levensfase. En juist een goede begeleiding en voorlichting van ouders en kinderen in de beginfase kan preventief uitwerken.  De uitdaging voor gemeenten is bijvoorbeeld het voorkomen dat de gesloten Jeugdinrichtingen vol zitten met jongeren die mogelijk te laat een medische diagnose en bijbehorende zorg /begeleiding hebben gehad. Ze zijn bijv. licht verstandelijk beperkt en of hebben vormen van ADHD/ASS).

Uitdaging interdisciplinaire samenwerking

De uitdaging voor de gemeenten is ervoor zorgen dat de samenwerking tussen verschillende disciplines optimaal verloopt en er geen dubbel werk wordt verricht. De diagnose is belangrijk, maar nog belangrijker is een goede analyse van de acute problemen t.o.v.  de lange termijnzorg of ondersteuningsbehoefte. Het is goed dat de JeugdGGZ dicht bij de gemeente gaat zitten en samenwerkt met de acute probleemoplossers. Voor beide partijen is dit erg nieuw.

De roep om demedicalisering  gaat nog uit van de gedachte dat er  een onderscheid is tussen  het medische traject en de opvoedondersteuning, terwijl het gaat om de integrale benadering en zorg op maat.